Afgelopen woensdag was Mila’s eerste schooldag in de eerste klas van de lokale, Catalaanse middelbare school in Cadaqués. Die begon met een welkomstpraatje voor de 78 leerlingen (van de hele school!) en hun ouders. We zaten op houten banken in de gymzaal, en het er was zo’n 40 graden. Vlak voordat we naar binnengingen had een moeder van een meisje uit Mila’s klas een poging gedaan om Mila voor te stellen aan haar klasgenoten door iedereen aan te wijzen en heel hard hun naam te roepen. En af en toe riep ze ‘Dit is Mila en ze spreekt geen Catalaans.’ Zoals dat met tieners gaat, keek iedereen een beetje schaapachtig onze kant op.
Na de welkomstspeech van de directrice gingen de leerlingen naar hun klassen en de ouders naar huis. Het was 10.30 uur en Pek en ik verplaatsten ons naar een terras om met een café con leche (of eigenlijk: café amb llet) te speculeren over het verloop van de ochtend. Hoe zou Mila het hebben? Zou iemand Engels kunnen spreken? Zou ze ook maar iets begrijpen van wat er gezegd zou worden? En nog veel belangrijker: zou ze vrienden maken? Ik vermoed dat we zenuwachtiger waren dan Mila zelf. Ik in ieder geval wel.
Een paar dagen voordat de school begon, hadden we kennisgemaakt met de directrice en een aantal docenten. Na die stugge mailwisseling met de directrice was ik erg benieuwd naar wat voor vrouw we zouden aantreffen. Zou ze zo streng en afstandelijk zijn als in haar schrijven?
Je voelt hem al aankomen. Ze was súperaardig. Ze leek een beetje op Angela Groothuizen en begroette Mila met twee Spaanse zoenen op haar wangen. De vrouw in het echt was totaal niet te rijmen met de vrouw op papier. Gelukkig maar. We werden voorgesteld aan allerlei docenten, stuk voor stuk erg vriendelijk. ‘We zijn een familie hier,’ zei iemand en zo voelde het ook. Een familie waarin vreemden welkom zijn. Daarna kregen we een rondleiding van de lerares Engels, die een tatoeage van viatge de Ithaka (reis naar Ithaka) tussen haar schouderbladen had staan. Ik vond dat een mooi voorteken, want Ithaka van Kafavis is een van mijn lievelingsgedichten. Ons avontuur in Cadaqués is een bijzonder onderdeel van onze reis naar Ithaka. Dat klinkt vast heel vaag, maar als je het gedicht leest, dan snap je wat ik bedoel.
Om 13.00 uur vloog de deur van ons vakantie-appartement open en Mila kwam oververhit de kamer in gestrompeld. Ze had tweeënhalf uur lang in een bloedheet klaslokaal zonder te bewegen op een stoel gezeten om te luisteren naar de leraar Catalaans, die ook haar tutor is en geen woord Engels spreekt. Omdat ze op deze eerste dag later waren begonnen, was er geen pauze geweest, en dus ook geen mogelijkheid om toenadering te zoeken tot haar klasgenootjes. Die overigens ook amper Engels spreken. Ze had zich behoorlijk verloren gevoeld, maar toch ging ze na de siësta dapper terug naar de hete arena.
De middelbare school hier is verbonden met de basisschool. De gebouwen lopen in elkaar over en soms delen de leerlingen hun schoolpleinen. De kinderen in Mila’s klas zitten al jaren bij elkaar in de klas, maar ook voor hen was er veel nieuw die eerste dag. Bijvoorbeeld dat ze voor elk vak andere docenten hebben. En dat het rooster anders is. En dat er meer huiswerk wordt gegeven. Dat ze allemaal een laptop te leen krijgen. De middelbare school begint om 8.00 uur (!). Dan is er twee keer een uur les, waarbij de docenten naar het lokaal komen, en de kinderen zo’n beetje de hele dag op dezelfde stoel zitten. Om 10.00 uur is er een half uur pauze, dan weer twee lesuren. Siësta om 12.30 uur (iedereen gaat thuis eten) en dan weer twee lessen van 14.00 tot 16.00 uur.
Het laatste uur op de eerste dag had Mila Plástica, een soort kunstvak. De docente is getrouwd met een Nederlander en spreekt goed Engels. Helaas werd er ook in deze les vooral nog veel gepraat (in het Catalaans), maar nu gaf de docente tenminste elke keer een samenvatting in het Engels. Het was beter geweest dan de rest van de dag, maar het gevoel van WAT DOE IK HIER? overheerste bij Mila. Begrijpelijk.
De volgende ochtend wilde ze echt niet naar school. Ze wilde terug naar Nederland. Met wat peptalks van ons is ze uiteindelijk toch gegaan, wat ik superknap vond. Die hele ochtend had ik last van een zeurende buikpijn en een waaier aan melancholische gedachten. Oké, ik bleek later die dag ongesteld te moeten worden, maar ik voelde ook dat er een navelstreng in de weg zat. Je verbonden voelen met je kind is belangrijk en fijn, maar je kunt het ook overdrijven. ‘Gun haar haar moeilijke momenten,’ zei een vriendin door de telefoon. ‘Die maken dat ze kan groeien.’ Het is waar, ze is groot genoeg om moeilijke situaties zelf op te lossen. Maar dat besef voelt ook een klein beetje als een verlies. Die navelstreng moet door. Ja. Ik weet het.
Maar goed, hoe was het nu gegaan op die tweede dag school? Een heel stuk beter. Er waren meer docenten die Engels spraken. Het was al wat duidelijker wat de bedoeling was en het allerbelangrijkste: haar klasgenootjes hadden via Google Translate met haar gesproken en sommigen bleken meer woordjes Engels te kunnen dan ze zelf dachten (hoewel dat nog steeds extreem weinig is). Het is nu weekend en Mila is supermoe van die drie eerste dagen school, maar het moeilijkste deel zit erop. Ik en mijn navelstreng zijn zo ongelooflijk trots op haar.